Een baby kan tot ver in de zwangerschap van positie veranderen. In het begin heeft de baby nog veel ruimte. Aan het eind van de zwangerschap draaien de meeste baby’s vanzelf met het hoofdje naar beneden. Dit heet ‘hoofdligging’. Soms ligt de baby met de billen naar beneden en het hoofdje boven. Dit noemen we ‘stuitligging’.
Aantallen en oorzaak
Een hoofdligging is de meest natuurlijke ligging om geboren te worden. Rond 30 weken zwangerschap liggen veel baby’s al in deze positie. 25% van de baby’s ligt dan nog in een stuit. Wat geen probleem is, omdat de baby nog weken de tijd heeft om te draaien. Rond 36 weken liggen de meeste baby’s in een hoofdligging. 5 tot 6% ligt dan nog in een stuit.
Bij 85% van de gevallen is er geen oorzaak voor een stuitligging. Het komt wel vaker voor bij een laagliggende placenta of vleesboom. Ook als er sprake is van afwijkingen aan de baarmoeder, bekken of baby. En bij meerlingenzwangerschap.
Soorten
Er zijn verschillende soorten stuitligging:
Volkomen stuitligging
Bij deze positie liggen de voetjes van de baby bij de billen. In een soort kleermakerszit.
Onvolkomen stuitligging
Bij een onvolkomen stuitligging liggen de beentjes van de baby omhoog naast het lichaam. De voetjes liggen bij het hoofdje.
Half onvolkomen stuitligging
Bij deze positie ligt één beentje gestrekt naar boven. Het andere beentje ligt gebogen naar beneden.
Voetligging
Bij een voetligging ligt de baby met één of beide beentjes gestrekt naar beneden. Eén of beide voetjes liggen dan lager dan de billen.
En nu?
Ligt een baby in stuit? Dan zijn er twee opties:
Afwachten
Het is mogelijk dat de baby alsnog spontaan naar een hoofdligging draait. De kans dat dit na 36 weken zwangerschap gebeurt wordt wel steeds kleiner. Dit komt doordat het vruchtwater afneemt. Ook is de baby een stuk groter. Hierdoor beweegt hij of zij moeilijker.
Uitwendige versie
Tijdens een ‘uitwendige versie’ probeert een verloskundige of gynaecoloog de baby te draaien. Dit doet hij of zij met zijn of haar handen. Aan de buitenkant van de buik. Met een beetje geluk draait de baby dan van stuit- naar hoofdligging.
In beide gevallen kan een eigenwijze baby in stuit blijven liggen. Een moeder maakt dan een keuze tussen een stuitbevalling of een geplande keizersnede. Vaak doet zij dit in overleg met de gynaecoloog. Het advies hangt af van het soort stuitligging, de grootte van het kind en de grootte van het hoofdje. Valt de keuze op een stuitbevalling? Bereid je dan óók voor op een ongeplande keizersnede. In 50% van de gevallen wijzigt een vaginale stuitbevalling in een ongeplande keizersnede.
In de cursus ‘ook voorbereiden op een ongeplande keizersnede’ is er een speciale aflevering over stuitbevalling. Gynaecoloog Floortje neemt je mee in de keuze tussen een stuitbevalling en een geplande keizersnede. En waarom dat eerste echt de moeite waard is. Maar ook wat een versie inhoudt en wanneer een stuitbevalling toch eindigt in een ongeplande keizersnede (en nog steeds heel mooi kan zijn!).
Bronnen:
https://deverloskundige.nl/